Geraldine begint vakkundig de kast te openen. Aan angst voor bijen doen we niet meer, want we moeten vandaag de inspectie met z’n 2en doen en dan gaan we niet miepen.
Door het warme weer zijn de bijen heerlijk rustig. Het pak suiker is zo goed als op. Er liggen wat dode bijen en dat doet ons de vraag krijgen hoeveel bijen er per dag sterven in een volk. Ik denk wel honderd, maar Geraldine maakt een berekening en komt op 2000. Zij heeft gelijk.
Het volk van Zutphen Bijenstad is goed op dreef: beide kamers zijn vol met broed, stuifmeel en honing. De honing druppelt op de grond. Er mag een nieuwe kamer op gezet worden. We hebben alleen een honingkamer en Geraldine vult die met voorgevormd kunstraat. Die hadden we nog van ons ochtendje creatief bezig zijn.
In de kast naast ons schijnt het minder goed te gaan. Daar is geen broed en Geraldine krijgt de vraag of zij een raampje met broed van ons mogen. ‘Ik geef je nog liever mijn auto dan deze bijen,’ antwoordt Geraldine meteen. Leraar Ben heeft ’t door en regelt andere raampjes voor onze buren.
De meiden en wij kunnen kennelijk goed met elkaar, want ze hebben weer niet gestoken.
Eigenlijk stond voor
deze les de varroabestrijding op het programma. Maar doordat de natuur wat laat
is dit jaar en de linde nog moet gaan bloeien, wachten we ermee. Afgelopen week
hebben we behoorlijk ons hoofd gebroken over wat nou de juiste methode zou
zijn, of het allemaal wel moet, hoe het anders kan etc. We hebben even uitstel
van besluit gekregen. Als we terugkomen van onze vakantie naar Zweden (waar we
nog veel meer gaan leren over bijen), dan zullen we in actie moeten komen op
dit gebied.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten