zaterdag 18 mei 2013

Koninginnedag

Deze vrijdag begint met raampjes in elkaar timmeren, dun ijzerdraad erdoor trekken en kunstraat erop vast warmen. Vooral Geraldine is er druk mee. Zij heeft alles gekocht, heeft een apparaatje geleend en begint een uur eerder dan ik met timmeren. Ik was de motor achter deze actie want ik vond dat we goed voorbereid naar onze kast moesten gaan: met acht nieuwe broedramen en acht honingramen. Geraldine prees me om mijn inzicht, maar op de les aangekomen blijkt mijn redenering helemaal niet te kloppen. Onze kast had namelijk nog helemaal geen koningin dus er is afgelopen dertien dagen helemaal geen nieuw broed bij gekomen. Er is nog geen uitbreiding van het volk en we hoeven de kast nog niet ruimer te maken.
Onze ijver hadden we beter om kunnen zetten in het kopen van een beroker. Die heb je nodig om het volk te bedwelmen en wat rustig te houden als je de kastcontrole wil doen. Door de rook krijgen de bijen het idee dat er alarm is, kruipen de meeste bijen onderin de kast en zuigen ze zich vol met een voorraad honing voor het geval ze de kast moeten verlaten.

Omdat andere cursisten in de kast naast de onze werken, gaan wij eerst een andere kast inspecteren. We vinden het best spannend. Het volk is onrustig en we missen de pijp. Een medecursist spuit water om de bijen toch iets rustig te krijgen. Maar gezien de temperatuur vandaag is dat geen goed idee en we mogen gelukkig de beroker van leraar Ben lenen.
Geraldine begint heldhaftig met ramen inspecteren maar houdt het na twee ramen voor gezien. De ervaren Brummense imker die met ons mee is omdat hij graag een koningin wil (en krijgt van Ben) heeft ondertussen een bij aan de binnenkant van zijn imkerhoed. Of ik hem wil vangen. ‘Maak haar maar dood,’ zegt hij rustig. Ik heb het dier al klem gezet in de stof maar haper bij het doodmaken. Op dat moment loopt leraar Ben langs en ik flap eruit dat ik meteen geconfronteerd word met mijn principes en vraag of hij de bij wil doden.
Ben heeft allang door dat ik heel interessant van een afstandje zit te kijken maar zelf geen ramen uit de kast til. Dus na de andere cursist ben ik aan de beurt. Zowel Ben als imker Jaap zijn al een paar keer gestoken, zonder dat ze er uiterlijk stampij over maken. Ze halen de angel eruit en gaan rustig verder. Ik kan niet achterblijven en pak dapper raampjes uit de kast. Ik weet dat ik opzwel tot mijn oksel als ik gestoken word.
We zijn blij als we deze kast kunnen sluiten en naar ons eigen volk kunnen.

Het Zutphen Bijenstadvolkje is een stuk rustiger dan het andere volk. We halen zelf de ramen omhoog en inspecteren of er doppen zijn. We zijn blij dat Jaap erbij is met zijn jarenlange ervaring en rustige uitstraling en bewegingen. Ook Ben volgt het goed want hij hoorde bij aankomst in onze kast geen tuter. Een tuter is de eerste koningin die uitkomt. De andere koninginnen die nog in de cel/dop zitten, maken een geluid waardoor ze kwakers genoemd worden.
Het blijkt dat de geboorte van de koninginnen al geschied is: er zijn minstens twee koninginnen uitgekomen. Wij zien er geen een, maar weten door de lege doppen wel dat er een of meerdere koninginnen in de kast zijn. Of zijn geweest. Misschien heeft het koninginnengevecht zich al voltrokken en zegeviert de sterkste koningin.
De ramen zien er best goed uit. Er is broed, er is stuifmeel, er is honing. Een raampje zat vol darrenbroed. Die hebben we eruit gehaald omdat varroamijten zich graag vermenigvuldigen binnen het darrenbroed. Dit raampje gaat naar kippen of mezen die de voedzame darrenlarven uit de raten gaan pikken.
Op dit moment hoeven we niks meer te doen. Alleen even checken hoe het met het suikerdeeg is. Dan blijkt dat we de gaatjes waardoor de bijen bij het voer kunnen veel te klein hebben gemaakt. ‘Ik weet dat het crisistijd is,’ lacht Ben ons uit, ‘op deze manier zijn ze over drie jaar nog bezig met dit pak!’ Morgen dus maar een plank met groter gat naar de bijen brengen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten